De skistokken en snowboards zijn nog niet in de kast opgeborgen en men is alweer een nieuwe vakantie aan het plannen. Dit kan echter niet voordat er een vakantieaanvraag ter goedkeuring bij uw werkgever is ingediend.

Bij sommige bedrijven zorgt de vakantieaanvraag voor veel onrust en spanningen bij het personeel onderling. Met name speelt dit wanneer de verdeling van de vakantiedagen onrechtvaardig lijkt te gaan. Het wordt echter nog spannender op het moment dat uw werkgever de vakantieaanvraag niet goedkeurt. In dit artikel gaat onze arbeidsadvocaat in op de vraag of een werkgever een vakantieaanvraag zomaar mag weigeren.

Wat zegt de wet over de vakantieaanvraag van een werknemer?

Op grond van art. 7: 638 BW is een werkgever verplicht om zijn werknemers in de gelegenheid te stellen vakantie op te nemen. Een werknemer heeft in ieder geval recht op ten minste vier weken vakantie per jaar. Om de vakantie uren te bereken, hanteert u de volgende rekensom: vier keer het aantal uren dat u per week werkt.

Indien u volgens uw arbeidsovereenkomst of CAO meer vakantiedagen te besteden heeft dan de wettelijke vakantiedagen, worden dit ook wel ‘bovenwettelijke vakantiedagen’ genoemd.

Wanneer dient een werkgever te beslissen over een vakantieaanvraag?

Ook dient uw werkgever de vakantieaanvraag binnen twee weken goed te keuren, zodat u voldoende tijd heeft tot het treffen van voorbereidingen voor de vakantie.

In principe wordt de aanvang en het einde van de vakantie conform de wensen van een werknemer door uw werkgever vastgesteld. Uitzondering is dat uw werkgever zich daar tegen verzet op grond van een zwaarwegend belang. Indien er een zwaarwegend belang bestaat die zich tegen een vakantie verzet, dient uw werkgever dit binnen twee weken schriftelijk en goed gemotiveerd aan u kenbaar te maken. Doet uw werkgever dit niet, dan is de vakantie vastgesteld conform uw voorkeur van aanvang en einde van de vakantie.

Wanneer is er sprake van een zwaarwegend belang?

Uw werkgever mag een vakantieaanvraag weigeren, mits uw werkgever hier een goede reden voor heeft.  Uit de jurisprudentie blijkt dat dit niet zomaar kan.  Er moet een ernstige verstoring en ontwrichting in de bedrijfsvoering zijn als de vakantieaanvraag wordt toegekend.

Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn indien er nood aan de man is binnen het bedrijf vanwege drukte. Of als er sprake is van een spoedopdracht of een zieke collega. Echter dient een werkgever dit altijd goed onderbouwd aan te tonen. Kan een werkgever niet onderbouwd aantonen dat er sprake is van een ernstige verstoring en ontwrichting in de bedrijfsvoering, dan is er geen sprake van een gegronde reden voor het weigeren van de vakantieaanvraag.

Conclusie

Gezien de jurisprudentie gaat het belang van een werknemer vaak boven het belang en de reden van afwijzing van een werkgever. De wet beschermt een een werknemer erg goed.

Belangrijke tip voor werkgevers bij vakantieaanvraag

Een tip voor een werkgever is om  de procedure omtrent de vakantieaanvraag goed vast te leggen in het personeelshandboek. Belangrijk om duidelijk te omschrijven wat gegronde redenen zijn hiervoor en wanneer en om welke reden u een vakantieaanvraag af zal wijzen.

Belangrijk om het personeelshandboek aan werknemers te verstrekken en hen hiervoor te laten tekenen. Op die manier weet u als werkgever zeker dat uw werknemers deze bepaling omtrent de vakantieaanvraag hebben gelezen. Althans dat ze niet kunnen stellen dat er niets van wisten.

Het voornoemde betekent echter niet dat u zich niet dient te houden aan het wettelijk bepaalde in art. 7: 638 BW. Nog steeds dient een werkgever tijdig  de vakantieaanvraag te behandelen en deze eventueel goed gemotiveerd af te wijzen. Vaak is twee weken de termijn hiervoor.

Contact

Heeft u naar aanleiding van deze blog nog vragen hebben over de vakantieaanvraag van een werknemer, danwel over het weigeren van een vakantieaanvraag door uw werkgever, neem dan gerust contact met ons op en wij helpen u verder.